Vertalingen gesunden DE>NL
gesunden (ww.) | beteren (ww.) ; cureren (ww.) ; genezen (ww.) ; genezen van ziekte (ww.) ; gezond maken (ww.) ; gezond worden (ww.) ; helen (ww.) ; leven beteren (ww.) |
gesunden | herstellen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `gesunden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: aufbessernDE: bessernDE: heilenDE: sichbessernDE: verbessern