1. MWB
  2. Vertalen
  3. Geselle (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Geselle > EN • Geselle > ES • Geselle > FR
Vertalingen Geselle DE>NL

der Geselle

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [gəˈzɛlə]
Verbuigingen:  Gesellen , Gesellen

die Gesellin

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [gəˈzɛlɪn]
Verbuigingen:  Gesellin , Gesellinnen

1) jd, der eine Ausbildung in einem Handwerk mit einer Prüfung abgeschlossen hat - gezel
Der Meister hat zwei Lehrlinge und einen Gesellen. - De voorman heeft twee leerlingen en één gezel.

2) deel van de uitdrukking: vent
Das sind ganz üble Gesellen. - Dat zijn heel gemene mannen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Geselle herenknecht (znw.) ; de volger (m) ; de volgeling (m) ; de secondant (m) ; de navolger (m) ; de man (m) ; de knul (m) ; de knakker (m) ; de kerel (m) ; de kamerdienaar (m) ; kamerbediende (znw.) ; de helper (m) ; de gozer (m) ; de gezellin (v) ; de gezel (m) ; de gast (m) ; de discipel (m) ; de butler (m) ; de assistent (m) ; de aanhanger (m)
Geselle gezel
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Geselle`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Assistent
DE: Aushilfe
DE: Bediente
DE: Begleiter
DE: Bruder
DE: Diener
DE: Gehilfe
DE: Gehilfin
DE: Genosse
DE: Gesellin