Vertalingen essentiell DE>NL
essentiell | in feite ; wezenlijk ; werkelijk ; wenselijk ; verlangd ; vereist ; van belang ; onontbeerlijk ; onmisbaar ; noodzakelijk ; nodig ; in werkelijkheid ; basis ; gewild ; gewenst ; fundamenteel ; feitelijk ; essentieel ; elementair ; door de behoefte vereist ; daadwerkelijk ; cruciaal ; belangrijk |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `essentiell`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: effektivDE: elementarDE: entscheidendDE: erforderlichDE: faktischDE: fundamentalDE: grundlegendDE: notwendigDE: sachlichDE: unentbehrlich