Vertalingen effektiv DE>NL
I effektiv
bijv.naamw.
1) wirkungsvoll -
effectief | Leider war die Strafe wenig effektiv. - Helaas was de straf weinig effectief. |
2) gewinnbringend -
effectief | ein wenig effektiver Betrieb - een niet zo effectief bedrijf |
3) wenn alle Kosten / Faktoren berücksichtigt sind -
effectief | eine effektive Steuerbelastung von 36% - een effectieve belastingdruk van 36% |
II effektiv
bijwoord
deel van de uitdrukking: effectief effektiv arbeiten - effectief werken Wie viel Geld haben wir nun effektiv verloren? - Hoeveel geld hebben wij nu effectief verloren? |
III die Effektivität
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ɛfɛktiviˈtɛːt] |
| Verbuigingen: | Effektivität |
deel van de uitdrukking: effectiviteit © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| effektiv | effectief ; werkelijk ; van goede hoedanigheid ; krachtig ; in werkelijkheid ; in feite ; gedegen ; feitelijk ; efficiënt ; doeltreffend ; doelmatig ; deugdelijk ; degelijk ; daadwerkelijk ; betrouwbaar ; duidelijk ; werkzaam ; klaar |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `effektiv`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: dauerhaftDE: effizientDE: essentiellDE: faktischDE: FestDE: gediegenDE: grundlegendDE: handfestDE: rechtschaffenDE: robust