Vertalingen einsam DE>NL
I einsam
bijv.naamw.
1) allein und verlassen -
eenzaam Sie fühlt sich in letzter Zeit oft einsam. - Zij voelt zich de laatste tijd vaak eenzaam. |
2) abgelegen -
afgelegen in einer einsamen Gegend wohnen - in een afgelegen omgeving wonen |
II einsam
bijwoord
deel van de uitdrukking: eenzaam Sie lebt seit Jahren einsam und zurückgezogen. - Zij leeft sinds jaren eenzaam en teruggetrokken. Das Haus liegt einsam mitten im Wald. - Het huis ligt eenzaam in het midden van het bos. |
III die Einsamkeit
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈainzaːmkait] |
Verbuigingen: | Einsamkeit , Einsamkeiten |
1) deel van de uitdrukking: eenzaamheid Sie leidet unter ihrer Einsamkeit. - Zij leidt onder haar eenzaamheid. |
2) einsame Gegend -
eenzaamheid sich in die Einsamkeit der Berge zurückziehen - zich terugtrekken in de eenzaamheid van de bergen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
einsam | vereenzaamd ; eenzaam |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `einsam`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: alleinDE: solitärDE: Verlassen