Vertalingen Ehre DE>NL
die Ehre
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈeːrə] |
Verbuigingen: | Ehre , Ehren |
1) etw., womit man zeigt, dass man jemanden / etw. sehr schätzt -
eer Wir wollen Großvater zu Ehren ein Fest veranstalten. - Wij willen ter ere van opa een feest organiseren. Was verschafft mir die Ehre deines Besuchs? - Wat verschaft mij de eer van je bezoek? |
Es ist mir eine Ehre! (=) - het is me een eer!
|
etw. in Ehren halten (=etw. respektvoll behandeln) - iets in ere houden
|
jemandem die letzte Ehre erweisen (=an jds Begräbnis teilnehmen) - iemand de laatste eer bewijzen
|
2) hohes Ansehen bei anderen Menschen -
eer die Ehre der Familie beschmutzen - de eer van de familie bezoedelen |
3) Gefühl des eigenen Wertes -
eer So etwas verbietet mir meine Ehre. - Zoiets verbied mijn eer te doen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Ehre | het aanzien ; de eer ; het eergevoel ; de eigenwaarde (v) ; de ere ; de faam ; de glorie (v) ; het krediet ; de naam (m) ; de reputatie (v) ; de roep (m) ; het zelfrespect |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `Ehre`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AchtungDE: AnerkennungDE: AnsehenDE: BewunderungDE: EhrerbietungDE: EhrfurchtDE: GlorieDE: HochachtungDE: HochschätzungDE: NameUitdrukkingen en gezegdes
DE: einen bei seiner
Ehre packen
NL: op iemands eergevoel werkenDE: bei meiner
Ehre!
NL: op mijn eer!DE: in allen
Ehren
NL: in alle eer en deugd