1. MWB
  2. Vertalen
  3. dünn (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • dünn > EN • dünn > ES • dünn > FR
Vertalingen dünn DE>NL

I dünn

bijv.naamw.
Uitspraak:  [dʏn]

1) mit wenig Umfang, von geringer Dicke - dun
Ist dir die Jacke nicht zu dünn? Es hat nur 2 Grad draußen. - Ik die jas niet de dun voor jou? Het is maar 2 graden buiten.

2) sehr schlank - mager
schrecklich dünn sein - verschrikkelijk mager zijn
Ich muss dringend dünner werden. - Ik moet dringend magerder worden.

3) mit großen Abständen dazwischen - dun
Das Fell unseres Hundes ist dünn geworden. - De vacht van onze hond is dunner geworden.

4) nicht gehaltvoll - slap

5) leise und schwach - dun


II dünn

bijwoord

deel van de uitdrukking: dun
dünn geschnittenes Brot - dun gesneden brood
eine Creme dünn auftragen - een crème dun opsmeren
Ich war zu dünn angezogen und habe deshalb gefroren. - Ik was dun aangekleed en heb het daarom koud.
eine dünn besiedelte Gegend - een dun bevolkte omgeving

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
dünn schriel ; waterig ; waterachtig ; tenger ; sukkelig ; subtiel ; sprieterig ; spichtig ; slungelig ; slap ; slank ; schamel ; mager ; krukkig ; karig ; fijngebouwd ; fijn ; armzalig ; draadvormig ; ijl ; filiform ; dun
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wiktionary; Engoi Woordenschatoefeningen


Voorbeeldzinnen met `dünn`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: hager
DE: mager
DE: rank
DE: schlank
DE: schmächtig
DE: spindeldürr
DE: zartgliedrig