Armband - Vertaling Duits-Nederlands

Naar andere talen: • Armband > EN • Armband > ES • Armband > FR

Vertalingen Armband DE>NL

das Armband

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈarmbant]
Verbuigingen:	Armband(e)s , Armbänder

Band, das als Schmuck oder zum Tragen einer Uhr am Handgelenk dient - armband

ein goldenes Armband - een gouden armband
Armbanduhr - polshorloge

Overige bronnen

das Armband	de armband (m) ; het bandje
Armband	de polsgewrichtband (m)

Bronnen: interglot; Diving dictionary

Voorbeeldzinnen met `Armband`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: Armreif
DE: Band
DE: Bindung
DE: Buch
DE: Einband
DE: Halsband
DE: Halskette
DE: Kette
DE: Reif
DE: Schiffskette