1. MWB
  2. Vertalen
  3. schlank (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • schlank > EN • schlank > ES • schlank > FR
Vertalingen schlank DE>NL

schlank

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈʃlaŋk]

relativ schmal, wohlgeformt - slank
Du bist aber schlank geworden, hast du eine Diät gemacht? - Maar jij bent slank geworden, heb je een dieet gevolgd?

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
schlank rank ; wankelend ; wankelbaar ; wankel ; tenger ; sprieterig ; spichtig ; slank ; rijzig ; dun ; onvast ; mager ; los ; lichtgebouwd ; fijngebouwd ; fijn ; dun van gestalte
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `schlank`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: dünn
DE: fein
DE: flatterhaft
DE: grazil
DE: grundlos
DE: hager
DE: hochgewachsen
DE: instabil
DE: leichtgebaut
DE: mager

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: die Ware findet schlanken Absatz NL: het goed gaat vlot van de hand