Vertalingen Zicke DE>NL
I die Zicke
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈʦɪkə] |
Verbuigingen: | Zicke , Zicken |
1) Mädchen oder Frau, die man für eigensinnig und launisch hält -
geit So eine dumme Zicke! - Wat een stomme geit! einen Zickenkrieg veranstalten - een opstootje op touw zetten |
2) deel van de uitdrukking: Zicken machen (=Probleme verursachen) - kuren hebben
Der Motor macht schon wieder Zicken. - De motor heeft weer kuren.
|
II zickig
bijv.naamw.
deel van de uitdrukking: trutterig Sie ist zwar ein Model, aber überhaupt nicht zickig. - Zij is weliswaar model, maar echt niet trutterig. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Zicke | de geit (v) ; de ooi (v) ; het takkewijf ; de trut (v) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `Zicke`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: EselinDE: Gans