Vertalingen Brüten DE>NL
brüten
werkw.
1) auf Eiern sitzen, bis die Jungen schlüpfen -
broeden die brütenden Enten stören - de broedende eenden storen |
2) deel van de uitdrukking: über etw. brüten (=über etw. intensiv nachdenken) - peinzen
Sie brütet über ihren Hausaufgaben. - Zij peinsde over haar huiswerk.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
brüten (ww.) | overdenken (ww.) ; warmhouden (ww.) ; warm zijn (ww.) ; uitbroeden (ww.) ; tobben (ww.) ; puzzels oplossen (ww.) ; puzzelen (ww.) ; plussen (ww.) ; peinzen (ww.) ; nadenken (ww.) ; mijmeren (ww.) ; broeien (ww.) ; broeden (ww.) ; bedenken (ww.) |
Brüten | broeden ; kweken ; kweek |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Brüten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ausbrütenDE: bebrüten