Vertalingen ausbrüten DE>NL
ausbrüten (ww.) | bebroeden (ww.) ; broeden (ww.) ; uitbroeden (ww.) ; warmhouden (ww.) |
Ausbrüten | uitbroeding |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `ausbrüten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: bebrütenDE: brütenDE: brüten überDE: planenDE: sinnen auf