Vertaal
Naar andere talen: • brüten > ENbrüten > ESbrüten > NL
Vertalingen brüten DE>FR
brüten (ww.) couver (ww.) ; faire chaud (ww.) ; fermenter (ww.) ; peiner (ww.) ; ruminer (ww.) ; songer (ww.) ; trimer (ww.)
Brüten couvaison ; couver ; surgénération ; surrégénération
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `brüten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: ausbrüten
DE: bebrüten