Vertaal
Naar andere talen: • bestreiten > ENbestreiten > ESbestreiten > FR
Vertalingen bestreiten DE>NL

bestreiten

werkw.
Uitspraak:  [bəˈʃtraitən]

1) sagen, dass etw. nicht wahr ist - ontkennen , betwisten , bestrijden
Er bestreitet, die Tat begangen zu haben. - Hij ontkent het (de daad) te hebben gedaan.

2) für etw. finanziell aufkommen - betalen
Wovon bestreitet er seinen Lebensunterhalt? - Hoe voorziet hij in zijn levensonderhoud?

3) an etw. teilnehmen, eine wichtige Rolle spielen - deelnemen aan
Das Konzert wird von mehreren lokalen Bands bestritten. - Aan het concert namen meerdere lokale bands deel.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bestreiten (ww.) knokken (ww.) ; weerspreken (ww.) ; vechten (ww.) ; tegenwerpen (ww.) ; tegenspreken (ww.) ; protesteren (ww.) ; ontkennen (ww.) ; matten (ww.) ; loochenen (ww.) ; kleunen (ww.) ; kampen (ww.) ; in tegenspraak zijn met (ww.) ; duelleren (ww.) ; bevechten (ww.) ; bestrijden (ww.) ; bekampen (ww.) ; bakkeleien (ww.)
bestreiten betwisten
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `bestreiten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: ableugnen
DE: abstreiten
DE: anfechten
DE: angreifen
DE: aufmucken
DE: balgen
DE: bezahlen
DE: die Kosten tragen
DE: fechten
DE: finanzieren