die Bekanntschaft

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[bəˈkantʃaft]
Verbuigingen:	Bekanntschaft , Bekanntschaften

1) persönlicher Kontakt mit jemandem / etw. - kennismaking , relatie , kennissen(kring)

Durch die Bekanntschaft mit Monet gelangte Renoir zum Impressionismus. - Door de relatie met Monet kwam Renoir tot het impressionisme.

jds / mit jemandem Bekanntschaft machen (=jemanden kennenlernen) - kennis maken

mit etw. Bekanntschaft machen (=mit etw. Unangenehmem in Kontakt kommen) - kennis maken Du wirst gleich mit meiner Faust Bekanntschaft machen! - Jij gaat zo meteen kennismaken met mijn vuist!

2) Person(en), die man kennt - relatie , kennissen(kring)

eine Frau aus meiner Bekanntschaft - een vrouw uit mijn kennissenkring Er ist nur eine flüchtige Bekanntschaft. - Hij is alleen maar een vage kennis.

© K Dictionaries Ltd.

die Bekanntschaft

bekende persoon (znw.) ; de bekendheid (v) ; de kennis (v) ; het kennisje ; de kennismaking ; vage kennis (znw.)

Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm




DE: Bekannte
DE: Bekanntenkreis
DE: Freunde
DE: Freundeskreis
DE: Geschäftsfreunde
DE: Kreis
DE: Kreis von Leuten
DE: Zirkel

DE: jemandes Bekanntschaft machen NL: met iemand kennis maken
DE: Bekanntschaft machen mit NL: (meestal iron.) kennis maken met
DE: bei näherer Bekanntschaft NL: bij nadere kennismaking