Vertaal
Naar andere talen: • behaupten > ENbehaupten > ESbehaupten > FR
Vertalingen behaupten DE>NL

I behaupten

werkw.
Uitspraak:  [bəˈhauptən]

1) etw. als richtig und wahr darstellen, ohne es beweisen zu können - beweren , vol-/standhouden
Sie behauptet, krank gewesen zu sein, aber ich halte das für eine Ausrede. - Zij beweerde ziek te zijn geweest, maar ik houd het op een smoes.
Man kann nicht gerade behaupten, dass es ein Erfolg war. - Men kan niet nu volhouden dat het een succes was.

2) mit Erfolg verteidigen - vol-/standhouden , handhaven
Das Unternehmen konnte seine gute Position am Weltmarkt behaupten. - De onderneming kon zijn goede positie op de wereldmarkt vasthouden.

3) sich gegen jemanden / etw. durchsetzen - handhaven , vol-/standhouden
Sie kann sich gegenüber ihren Kollegen schlecht behaupten. - Zij kan zich tegenover haar collega's moeilijk staande houden.


II die Behauptung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [bəˈhauptʊŋ]
Verbuigingen:  Behauptung , Behauptungen

deel van de uitdrukking: bewering
kühne Behauptungen aufstellen - stoere beweringen voordragen
Wie kommst du zu der Behauptung, ich habe gelogen? - Hoe kom je erbij te beweren dat ik heb gelogen?

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
behaupten (ww.) betogen (ww.) ; beweren (ww.) ; demonstreren (ww.) ; iemand staande houden (ww.) ; pretenderen (ww.) ; stellen (ww.) ; verklaren (ww.) ; voorgeven (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `behaupten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: annehmen
DE: aufrechterhalten
DE: aufstellen
DE: beharren bei
DE: bestehen auf
DE: dabei bleiben
DE: demonstrieren
DE: eineKundgebungabhalten
DE: eineKundgebunghalten
DE: feststellen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: den Sieg behaupten NL: overwinnaar blijven
DE: sich behaupten NL: zich handhaven NL: vast in prijs blijven