Vertalingen aufsperren DE>NL
aufsperren
werkw.
1) deel van de uitdrukking: openen 2) weit öffnen -
opensperren Sperr doch die Augen / Ohren auf! (=Sieh genau hin! / Hör genau zu!) - openen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aufsperren (ww.) | in de cel zetten (ww.) ; kraken (ww.) ; losbreken (ww.) ; openbreken (ww.) ; openrukken (ww.) ; opensperren (ww.) ; opsluiten (ww.) ; vastzetten (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `aufsperren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abbrechenDE: aufbrechenDE: aufbringenDE: aufteilenDE: auseinandernehmenDE: dekodierenDE: einsperrenDE: entehenDE: entfesseln