Arbeitsplatz - Vertaling Duits-Nederlands

Vertalingen Arbeitsplatz DE>NL

der Arbeitsplatz

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈarba iʦplaʦ]
Verbuigingen:	Arbeitsplatzes , Arbeitsplätze

1) berufliche Tätigkeit für einen Arbeitgeber - betrekking

einen neuen / sicheren Arbeitsplatz haben - een nieuwe / zekere betrekking hebben

2) Ort, an dem man arbeitet - arbeidsplaats

sexuelle Belästigung am Arbeitsplatz - seksuele intimidatie op de werkvloer

Overige bronnen

der Arbeitsplatz	de arbeidsplaats ; de baan (m) ; plek van werken (znw.) ; het werk ; de werkkring (m) ; de werkplaats ; de werkplek ; de werkvloer (m)
Arbeitsplatz	arbeidsplaats ; baan ; bedieningsplaats ; plaats ; plaats waar hij werkt ; ploeg ; werkplek ; werkvlak

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `Arbeitsplatz`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: Amt
DE: Arbeit
DE: Arbeitsstelle
DE: Aufgabe
DE: Beruf
DE: Beschäftigung
DE: Funktion
DE: Handwerk
DE: Job
DE: Position