Vertaal
Naar andere talen: • anstarren > ENanstarren > ESanstarren > FR
Vertalingen anstarren DE>NL
anstarren (ww.) staren (ww.) ; strak kijken (ww.) ; turen (ww.)
das Anstarrenhet aangapen ; het aanstaren ; verbaasd aanzien (znw.)
Bronnen: Wikipedia; interglot


Voorbeeldzinnen met `anstarren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: angaffen
DE: anglotzen
DE: angähnen
DE: fixieren
DE: starren
DE: stieren