Vertaal
Naar andere talen: • angaffen > ENangaffen > ESangaffen > FR
Vertalingen angaffen DE>NL
angaffen (ww.) aangapen (ww.) ; aanstaren (ww.)
das Angaffen verbaasd aangapen (znw.) ; verbaasd aanstaren (znw.) ; verbaasd aanzien (znw.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `angaffen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anglotzen
DE: angähnen
DE: anstarren
DE: Anstaunen
DE: fixieren
DE: gaffen
DE: starren
DE: stieren