Vertaal
Naar andere talen: • anschüren > ENanschüren > ESanschüren > FR
Vertalingen anschüren DE>NL
anschüren (ww.) aanblazen (ww.) ; aanstoken (ww.) ; aanvuren (ww.) ; aanwakkeren (ww.) ; agiteren (ww.) ; bemoedigen (ww.) ; omroeren (ww.) ; oppoken (ww.) ; opporren (ww.) ; oprakelen (ww.) ; opstoken (ww.) ; poken (ww.) ; roeren (ww.) ; stoken (ww.) ; toemoedigen (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `anschüren`
Voorbeeldzinnen laden....