Vertaal
Naar andere talen: • anbeißen > ENanbeißen > ESanbeißen > FR
Vertalingen anbeißen DE>NL
anbeißen (ww.) aanvreten (ww.) ; dichtbijten (ww.) ; happen (ww.) ; toebijten (ww.) ; toehappen (ww.) ; toesnauwen (ww.)
das Anbeißenhet aanbijten ; happen in (znw.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `anbeißen`
Voorbeeldzinnen laden....