Vertaal
Naar andere talen: • abwenden > ENabwenden > ESabwenden > FR
Vertalingen abwenden DE>NL

abwenden

werkw.
Uitspraak:  apvɛndən]

1) zur Seite drehen - afwenden
Ich konnte den Blick nicht von ihr abwenden. - Ik kon mijn blik niet meer van haar afwenden.

2) verhindern - voorkomen
Das Unglück konnte gerade noch abgewendet werden. - Het ongeluk kon nog maar net worden voorkomen.

3) sich zur Seite drehen - omdraaien
Sie wandte sich vom Fenster ab. - Zij draaide zich van het raam af.
uitdrukking sich von jemandem abwenden

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
abwenden (ww.) afhouden (ww.) ; afwentelen (ww.) ; terughouden (ww.)
das Abwendenhet afdraaien ; het afkeren ; het afwenden ; het afzwenken ; het wegdraaien
abwenden vervreemden ; voorkomen
Bronnen: interglot; Trueterm; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `abwenden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abdrehen
DE: abhalten
DE: abwehren
DE: Abwendung
DE: aufhalten
DE: hemmen
DE: parieren
DE: wegdrehen
DE: wehren
DE: zurückhalten