Vertalingen abschaffen DE>NL
I abschaffen
werkw.
1) nicht mehr gelten lassen oder erlauben -
afschaffen Wann wurde die Todesstrafe abgeschafft? - Wanneer werd de doodstraf afgeschaft? |
2) aus seinem Besitz weggeben, nicht mehr behalten -
weggeven, niet meer behouden Wir mussten die Katze leider wieder abschaffen, weil ich eine Allergie bekam. - Wij moesten de kat helaas weer wegdoen omdat ik een allergie kreeg. |
II die Abschaffung
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈapʃafʊŋ] |
Verbuigingen: | Abschaffung |
deel van de uitdrukking: afschaffing © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
abschaffen (ww.) | afschaffen (ww.) ; kwijt raken (ww.) ; op non-actief stellen (ww.) ; opdoeken (ww.) ; opheffen (ww.) ; uitrangeren (ww.) ; uitschakelen (ww.) ; van af zijn (ww.) |
das Abschaffen | de afschaffing (v) ; de opheffing (v) |
abschaffen | intrekken |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `abschaffen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abstellenDE: aufdeckenDE: aufhebenDE: auflösenDE: ausrangierenDE: liquidationDE: neutralisierenDE: zunichte machen