Vertalingen zwingen DE>NL
zwingen
werkw.
1) jemanden durch Drohungen oder Gewalt dazu bringen, etw. zu tun -
dwingen Du kannst mich nicht dazu zwingen, dir zu helfen! - Je kunt mij er niet toe dwingen om je te helpen! Die Kinder wurden zum Mitfahren gezwungen. - De kinderen werden gedwongen om mee te rijden. |
2) etw. Bestimmtes nötig machen -
dwingen Der Sturm zwang uns zur Umkehr. - De storm dwong ons om te keren. Ich habe zwingende Gründe dafür. - Ik heb dringende redenen daarvoor. |
sich zu etw. gezwungen sehen (=) - zich ergens toe gedwongen zien
Leider sehe ich mich gezwungen, Sie zu entlassen. - Helaas voel ik mij gedwongen om u te ontslaan.
|
3) etw. tun, was man eigentlich nicht will -
dwingen Sie zwang sich, ein paar Bissen zu essen. - Zij dwong zich een paar happen te eten. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zwingen (ww.) | door iets genoodzaakt worden (ww.) ; dwingen (ww.) ; dwingen te doen (ww.) ; noodzaken (ww.) ; nopen (ww.) |
zwingen | verplichten |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `zwingen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: auferlegenDE: aufzwingenDE: erpressenDE: erzwingenDE: forcierenDE: pressenDE: verpflichten zuUitdrukkingen en gezegdes
DE: etwas
zwingen
NL: iets onder de knie krijgen