Vertalingen Zeitraum DE>NL
der Zeitraum
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈʦaitraum] |
Verbuigingen: | Zeitraum(e)s , Zeiträume |
Zeit, die für eine Tätigkeit zur Verfügung steht oder mit Ereignissen angefüllt ist -
periode , tijdsbestek ein Zeitraum von fünf Tagen - in een periode van vijf dagen Sie war über einen längeren Zeitraum hinweg nicht im Büro. - Zij was gedurende een langere periode niet op kantoor. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Zeitraum | het tijdperk ; het uur ; het tijdvak ; het tijdsverloop ; de tijdsruimte (v) ; het tijdsgewricht ; de tijdsduur (m) ; tijdsbestek van een uur (znw.) ; het tijdsbestek ; de tijdruimte (v) ; de tijdlimiet ; de tijd (m) ; de termijn (m) ; sluitingstermijn (znw.) ; de periode (v) ; de era ; de epoche (v) ; epoch (znw.) |
Zeitraum | tijdsdimensie |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Zeitraum`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AbschnittDE: AugenblickDE: DauerDE: EpocheDE: FristDE: MomentDE: PeriodeDE: PhaseDE: SpanneDE: Spielzeit