1. MWB
  2. Vertalen
  3. wettern (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • wettern > EN • wettern > ES • wettern > FR
Vertalingen wettern DE>NL
wettern (ww.) beledigen (ww.) ; brullen (ww.) ; chicaneren (ww.) ; donderen (ww.) ; foeteren (ww.) ; fulmineren (ww.) ; het uitgillen (ww.) ; kleinzielig gedragen (ww.) ; onweren (ww.) ; schelden (ww.) ; uitjouwen (ww.) ; uitmaken voor (ww.) ; uitroepen (ww.) ; uitschelden (ww.) ; uitschreeuwen (ww.) ; vuilbekken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `wettern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anfahren
DE: anschnauzen
DE: ausschelten
DE: ausschimpfen
DE: bellen
DE: beschimpfen
DE: blitzen
DE: brüllen
DE: donnern
DE: entgegenarbeiten