1. MWB
  2. Vertalen
  3. anschnauzen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • anschnauzen > EN • anschnauzen > ES • anschnauzen > FR
Vertalingen anschnauzen DE>NL
anschnauzen (ww.) afbekken (ww.) ; afblaffen (ww.) ; grauwen (ww.) ; snauwen (ww.) ; toebijten (ww.) ; toesnauwen (ww.) ; uitsliepen (ww.) ; uitvaren tegen (ww.)
das Anschnauzenhet afsnauwen ; het uitvallen tegen
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `anschnauzen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anfahren
DE: anherrschen
DE: anmotzen
DE: anraunzen
DE: anschreien
DE: ausfallen gegen
DE: ausschelten
DE: ausschimpfen
DE: beschimpfen
DE: jmdmè mal richtig aufs Dach steigen