Vertaal
Naar andere talen: • wetten > ENwetten > ESwetten > FR
Vertalingen wetten DE>NL

wetten

werkw.
Uitspraak:  [ˈvɛtən]

1) mit jemandem eine Wette abschließen - wedden
mit jemandem um Geld wetten - met iemand om geld wedden
Wetten, dass du das nicht schaffst? - Wedden dat het je niet lukt?

2) einen Tipp abgeben, dass ein bestimmtes Pferd o. Ä. ein Rennen gewinnt - wedden
auf ein Pferd wetten - op een paard wedden

3) etw. als Einsatz für eine Wette bestimmen - wedden
Ich wette zehn Euro, dass er gewinnt. - Ik wed om € 10,00 dat hij wint.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
wetten (ww.) een gok wagen (ww.) ; inzetten (ww.) ; met geld spelen (ww.) ; speelgeld inzetten (ww.) ; verwedden (ww.)
wetten (ww) gokken (ww) ; wedden (ww)
Bronnen: interglot; www.voetbalgokken.nl/; www.weddenopsport.nl/


Voorbeeldzinnen met `wetten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: eine Wette eingehen
DE: eine Wette machen
DE: einsetzen
DE: es wagen
DE: ich nehme ein Risiko
DE: spekulieren
DE: spielen
DE: verwetten