| Uitspraak: | [vɛn] |
| Ich komme dich besuchen, wenn ich Zeit habe. - Ik kom bij je op bezoek, als ik tijd heb. Wenn ich es nicht allein schaffe, werde ich um Hilfe bitten. - Als ik het niet alleen voor elkaar krijg dan vraag ik om hulp. |
| Komm heim, wenn es dunkel wird. - Kom naar huis zodra het donker wordt. Wenn es draußen kalt wird, machen wir die Heizung an. - Als het buiten koud wordt doen we de verwarming aan. |
wenn nur / doch / bloß ...(=drückt aus, dass man sich etw. dringend wünscht) - als Wenn ich dich doch sehen könnte! - Als ik je toch eens zou kunnen zien! |
wenn auch ...(=obwohl etw. zutrifft) - weliswaar Er hat mir geholfen, wenn auch widerwillig. - Hij heeft mij, weliswaar met tegenzin, geholpen. |
Voorbeeldzinnen laden....