Vertaal
Naar andere talen: • ficken > ENficken > ESficken > FR
Vertalingen ficken DE>NL

ficken

werkw.
Uitspraak:  [ˈfɪkən]

mit jemandem Sex haben - neuken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ficken (ww.) beminnen (ww.) ; de liefde bedrijven (ww.) ; geslachtsgemeenschap hebben (ww.) ; liefkozen (ww.) ; minnekozen (ww.) ; minnen (ww.) ; naaien (ww.) ; paren (ww.) ; sexuele gemeenschap hebben (ww.) ; vozen (ww.) ; vrijen (ww.)
das Fickenhet neuken
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `ficken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: bumsen
DE: Geschlechtsverkehr haben
DE: Liebe machen
DE: miteinander schlafen