Vertalingen vorgehen DE>NL
I vorgehen
werkw.
1) in einer bestimmten Art und Weise handeln -
te werk gaan In dieser Angelegenheit mussten sie vorsichtig vorgehen. - Bij deze aangelegenheid moesten zij voorzicht te werk gaan. |
2) geschehen, sich ereignen -
gebeuren Was geht hier vor? - Wat gebeurt er hier? Dort gehen seltsame Dinge vor. - Daar gebeuren rare dingen. |
3) nach vorne gehen -
naar voren gaan Der Schüler stand auf und ging vor an die Tafel. - De leerling stond op en liep naar het bord. |
4) früher irgendwohin gehen als jemand anderes -
eerst gaan Geh du schon mal vor, ich komme dann nach. - Ga jij maar eerst, ik kom daarna. |
5) eine spätere Zeit anzeigen, als eigentlich ist -
voorlopen Die Uhr geht eine Stunde vor. - De klok staat een uur voor. |
II das Vorgehen
zelfst.naamw.
deel van de uitdrukking: aanpak , handelwijze Die Schüler waren mit dem Vorgehen des Lehrers nicht einverstanden. - De leerlingen waren het met de aanpak van de leraar niet eens. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vorgehen (ww.) | handelen (ww.) ; leven (ww.) ; manipuleren (ww.) ; opereren (ww.) ; optreden (ww.) ; procederen (ww.) ; te werk gaan (ww.) ; voorrang hebben (ww.) ; werken (ww.) |
das Vorgehen | het aanvoeren ; de aanvoering (v) ; de leiding (v) ; op komen zetten (znw.) ; het oprukken ; het voorgaan |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `vorgehen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: arbeitenDE: etwas tunDE: funktionierenDE: handelnDE: in Aktion tretenDE: LeitungDE: operierenDE: Schritte unternehmenDE: SpitzeDE: tunUitdrukkingen en gezegdes
DE: vor sich gehen
NL: gebeuren, zich afspelenDE: rücksichtslos
vorgehen
NL: meedogenloos optredenDE: die Uhr geht vor
NL: de klok loopt voor