Vertaal
Naar andere talen: • versorgen > ENversorgen > ESversorgen > FR
Vertalingen versorgen DE>NL

I versorgen

werkw.
Uitspraak:  [fɛɐˈzɔrgən]

1) etw. Benötigtes bereitstellen - verzorgen
Das Gehirn wurde nicht ausreichend mit Sauerstoff versorgt. - De hersenen kregen te weinig zuurstof.

2) das Geld für den Lebensunterhalt verdienen - onderhouden
Er muss eine fünfköpfige Familie versorgen. - Hij moet een gezin van vijf personen onderhouden.

3) für sie verantwortlich sein und sich um sie kümmern - verzorgen
In den Ferien versorgen wir die Hasen unserer Nachbarn. - In de vakantie verzorgen wij de konijnen van de buren.

4) medizinisch behandeln medisch - verzorgen
Diese Verletzung sollte schnellstmöglich versorgt werden. - Deze verwonding moet zo snel mogelijk worden verzorgd.


II die Versorgung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [fɛɐˈzɔrgʊŋ]
Verbuigingen:  Versorgung

deel van de uitdrukking: verzorging

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
versorgen (ww.) behandelen (ww.) ; bekommeren (ww.) ; door zorgen bederven (ww.) ; financieel steunen (ww.) ; leiden tot iets (ww.) ; onderhouden (ww.) ; verplegen (ww.) ; verzorgen (ww.) ; zich zorgen maken (ww.) ; zorgen (ww.) ; zorgen voor (ww.) ; zorgen voor iemand (ww.) ; zorgen voor iets (ww.)
versorgen voeden
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `versorgen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aushalten
DE: behandeln
DE: pflegen
DE: sorgen
DE: unterhalten
DE: verpflegen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: versorgen mit NL: voorzien v.
DE: versorgt NL: (ook:) zorgelijk, afgetobd