1. MWB
  2. Vertalen
  3. unfähig (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • unfähig > EN • unfähig > ES • unfähig > FR
Vertalingen unfähig DE>NL

I unfähig

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈʊnfɛːɪç]

1) deel van de uitdrukking:
uitdrukking zu etw. unfähig sein

2) nicht die Fähigkeiten für etw. besitzend - onbekwaam
Die neue Mitarbeiterin ist völlig unfähig. - De nieuwe medewerkster is geheel onbekwaam.


II die Unfähigkeit

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈʊnfɛːɪçkait]
Verbuigingen:  Unfähigkeit

deel van de uitdrukking: onbekwaamheid
ihre Unfähigkeit, den Tatsachen ins Auge zu sehen - haar onbekwaamheid, de feiten onder ogen te zien
Seine Gegner warfen ihm Unfähigkeit vor. - Zijn tegenstander verweten hem onbekwaamheid.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
unfähig incapabel ; incompetent ; lastig ; niet schikkend ; onbekwaam ; onbevoegd ; ongeschikt ; storend ; niet in staat ; onbekwaam ; ongeschikt
Bronnen: Trueterm; interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `unfähig`
Voorbeeldzinnen laden....