teuer - Vertaling Duits-Nederlands

Naar andere talen: • teuer > EN • teuer > ES • teuer > FR

Vertalingen teuer DE>NL

I teuer

bijv.naamw.

Uitspraak:

[ˈtɔ yɐ]

1) viel Geld kostend - duur

Er fährt einen teuren Wagen. - Hij rijdt in een dure auto.
Diese Schuhe sind mir zu teuer. - Deze schoenen zijn te duur voor mij.

2) sehr geschätzt - beste

Teurer Freund, was wäre ich ohne dich? - Beste vrind, waar zou ik zijn zonder jou?

bijwoord

deel van de uitdrukking: duur

Er hat den alten Computer noch teuer verkauft. - Hij heeft de oude computer nog voor goed geld verkocht.
für etw. teuer bezahlen (=schlimme Folgen erleiden) - iets duur moeten betalen Sie hat für ihren Leichtsinn teuer bezahlt. - Hij heeft voor zijn onbedachtzaamheid duur moeten betalen.
etw. kommt jemanden / jemandem teuer zu stehen (=etw. hat schlimme Folgen für jdn) - iets komt iemand duur te staan Seine Naivität kam ihn teuer zu stehen. - Zij naïviteit kwam hem duur te staan.

Overige bronnen

teuer

dierbaar ; duur ; favoriete ; geselecteerd ; hooggeprijsd ; kostbaar ; lievelings ; prijzig ; toegenegen ; verkoren

Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `teuer`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: edel
DE: ergeben
DE: kostbar
DE: kostspielig
DE: Lieb
DE: unbezahlbar
DE: unerschwinglich
DE: unschätzbar
DE: Wert