1. MWB
  2. Vertalen
  3. Sturm (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Sturm > EN • Sturm > ES • Sturm > FR
Vertalingen Sturm DE>NL

der Sturm

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ʃtʊrm]
Verbuigingen:  Sturm(e)s , Stürme

1) heftiger Wind meteorologie - storm
Ein Sturm kam auf. - Er kwam een storm opzetten.
Der Sturm hat im Garten schwer gewütet. - De storm heeft flink huis gehouden in de tuin.
Sturmwarnung - stormwaarschuwing
Sandsturm - zandstorm
Schneesturm - sneeuwstorm

2) heftige Reaktion - storm
Seine Verurteilung löste einen Sturm der Entrüstung aus. - Zijn veroordeling bracht een storm van verontwaardiging teweeg.
sich zu Begeisterungsstürmen hinreißen lassen - zich laten meeslepen in de golf van enthousiasme
uitdrukking Sturm klingeln / läuten

3) heftiger, schneller Angriff defensie - bestorming
der Sturm auf die Bastille am 14.7.1789 - de bestorming van de Bastille op 14-07-1789
eine Festung / jds Herz im Sturm erobern - een vesting / iemand zijn hart veroveren
uitdrukking gegen etw. Sturm laufen
uitdrukking Sturm und Drang

4) die Angriffsspieler einer Mannschaft sport - aanvaller
im Sturm spielen - spelen als aanvaller

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Sturmde bui (v) ; het onweer ; de onweersbui (v) ; de sterke wind (m) ; de storm (m) ; zwaar weer (znw.)
Sturm storm ; stormachtig ; zware storm
Bronnen: Wikipedia; Diving dictionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Sturm`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Angriff
DE: Ansturm
DE: Attacke
DE: Ausfall
DE: Bestürmung
DE: Brise
DE: Einfall
DE: Gewitter
DE: Hurrikan
DE: Invasion