Vertalingen Ausfall DE>NL
der Ausfall
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈausfal] |
Verbuigingen: | Ausfall(e)s , Ausfälle |
1) das Ausfallen -
uitval Durch die vielen Stundenausfälle sind sie in Physik weit hinter dem Stoff zurück. - Doordat veel uren uitvielen hebben ze een achterstand bij natuurkunde |
2) das Wegfallen von Einnahmen usw. -
uitval Ernteausfälle - oogstuitval |
3) das Nichtfunktionieren von Geräten, Maschinen usw. -
uitval Stromausfall - stroomuitval |
4) das Ausfallen von Arbeitskräften, Spielern -
uitval 5) das Ausfallen von Haaren usw. -
uitval Haarausfall haben - haaruitval |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Ausfall | het wegvallen ; de uitvallen ; de uitval (m) ; de uitbarsting (v) ; uitbarsten (znw.) ; onderbreking ; de mislukking (v) ; fout ; de faling (v) ; emotionele uitval (znw.) |
Ausfall | voorwaartse valling ; wanprestatie ; (veiligheids)storing ; verloren bit ; uitvallen ; uitvalkans ; uitval ; storing ; sterftekans ; in gebreke blijven ; harde fout ; feil ; defect ; bitverlies |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Ausfall`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AngriffDE: AnsturmDE: AttackeDE: ausbrechenDE: AusbruchDE: BestürmungDE: EinfallDE: FortfallDE: InvasionDE: Offensive