Vertalingen Strolch DE>NL
der Strolch
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ʃtrɔlç] |
Verbuigingen: | Strolch(e)s , Strolche |
1) Mann, der obdachlos, gewalttätig oder ein Betrüger ist -
schurk von mehreren Strolchen überfallen werden - door diverse schurken worden overvallen |
2) liebevolle Bezeichnung für ein lebhaftes Kind -
deugniet Ins Haus mit euch, ihr Strolche! - Naar binnen jullie, deugnieten! |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Strolch | de bengel (m) ; de boef (m) ; deugniet ; de fielt (m) ; de rakker (m) ; de rekel (m) ; de schobbejak (m) ; de schurk (m) ; de vlegel (m) |
Strolch | gangster |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `Strolch`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: BengelDE: FlegelDE: FrechdachsDE: FrevlerDE: GalgengesichtDE: GangsterDE: gaunerDE: GrobianDE: HalunkeDE: Kriminelle