Vertaal
Naar andere talen: • stolpern > ENstolpern > ESstolpern > FR
Vertalingen stolpern DE>NL

stolpern

werkw.
Uitspraak:  ʃtɔlpɐn]

mit den Füßen irgendwo hängen bleiben und (fast) hinfallen - struikelen
auf der Treppe stolpern - struikelen op de trap
Er stolperte über den Hund und fiel hin. - Hij struikelde over de hond en viel neer.
uitdrukking über jemanden / etw. stolpern

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
stolpern (ww.) flikkeren (ww.) ; kelderen (ww.) ; kiepen (ww.) ; kieperen (ww.) ; onderuitgaan (ww.) ; op zijn bek gaan (ww.) ; strompelen (ww.) ; struikelen (ww.) ; ten val komen (ww.) ; tuimelen (ww.) ; vallen (ww.)
das Stolpern strompeling (znw.) ; de struikeling (v)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `stolpern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: ausrutschen
DE: danebentreten
DE: ein Bein nachziehen
DE: einen Fehltritt begehen
DE: fallen
DE: fehltreten
DE: fliegen
DE: hinfallen
DE: hinken
DE: holpern