Vertalingen Sieg DE>NL
der Sieg
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ziːk] |
Verbuigingen: | Sieg(e)s , Siege |
Erfolg in einem Krieg, Kampf, Wettkampf o. Ä. -
overwinning einen Sieg gegen jemanden erringen - een overwinning op iemand behalen ein Sieg der Germanen über die Römer - een overwinning van de Germanen op de Romeinen Wer hat bei der Auseinandersetzung den Sieg davongetragen? - Wie is er bij de discussie er vandoor gegaan met de overwinning? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Sieg | de overwinning (v) ; de triomf (m) ; de zege (v) ; de zegepraal |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Sieg`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: TriumphUitdrukkingen en gezegdes
DE: den
Sieg davontragen
NL: de overwinning behalen