1. MWB
  2. Vertalen
  3. kuscheln (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • kuscheln > EN • kuscheln > ES • kuscheln > FR
Vertalingen kuscheln DE>NL

kuscheln

werkw.
Uitspraak:  [ˈkʊʃəln]

1) deel van de uitdrukking:
uitdrukking sich an jemanden / etw., in etw. kuscheln

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking (mit jdm) kuscheln

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
kuscheln (ww.) knuffelen (ww.) ; koesteren (ww.) ; liefkozen (ww.)
das Kuscheln geminnekoos (znw.) ; het gevrij ; de vrijerij (v)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `kuscheln`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: knuddeln
DE: kosen
DE: liebkosen
DE: Schmuserei
DE: streicheln

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich kuscheln NL: zich (knus) vlijen