Vertaal
Naar andere talen: • schimmern > ENschimmern > ESschimmern > FR
Vertalingen schimmern DE>NL
schimmern (ww.) gelijkmaken (ww.) ; zwak schijnen (ww.) ; zwak glanzen (ww.) ; twinkelen (ww.) ; stralen (ww.) ; sprankelen (ww.) ; schijnen (ww.) ; licht schijnen (ww.) ; licht geven (ww.) ; gloren (ww.) ; glinsteren (ww.) ; glimmen (ww.) ; glanzen (ww.) ; gladmaken (ww.) ; fonkelen (ww.) ; flikkeren (ww.) ; egaliseren (ww.) ; effenen (ww.) ; de schijn van iets hebben (ww.)
das Schimmernde fonkeling (v) ; het zwemen ; de wazen ; het schitteren ; de luister (m) ; de glinstering (v) ; de glans (m) ; gefonkel (znw.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `schimmern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: aufleuchten
DE: ausstreichen
DE: blinken
DE: blitzen
DE: ebnen
DE: egalisieren
DE: erleuchten
DE: flimmern
DE: florieren
DE: funkeln