Vertalingen stoppen DE>NL
stoppen
werkw.
1) anhalten -
stoppen Wir mussten an der Ampel stoppen. - Wij moesten bij het verkeerslicht stoppen. |
2) dafür sorgen, dass etw. aufhört -
stoppen 3) die Zeit mit einer Stoppuhr messen -
tijd opnemen Stopp doch mal bitte, wie lange ich dafür brauche. - Houd eens bij hoeveel tijd ik daarvoor nodig heb. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
stoppen (ww.) | remmen (ww.) ; tot stilstand brengen (ww.) ; tot staan brengen (ww.) ; timen (ww.) ; tegenhouden (ww.) ; stopzetten (ww.) ; stoppen (ww.) ; stilzetten (ww.) ; stilstaan (ww.) ; stilleggen (ww.) ; afremmen (ww.) ; ophouden (ww.) ; klokken (ww.) ; halthouden (ww.) ; halt houden (ww.) ; een halt toeroepen (ww.) ; doen stoppen (ww.) ; de tijd opnemen (ww.) ; afzetten (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `stoppen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abbremsenDE: absetzenDE: abstellenDE: anhaltenDE: bremsenDE: die Zeit stoppenDE: Einhalt gebietenDE: einstellenDE: halt zurufenDE: halten