Vertalingen Stapel DE>NL
der Stapel
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈʃtaːpəl] |
Verbuigingen: | Stapels , Stapel |
1) mehrere gleiche Gegenstände, die übereinanderliegen -
stapel Er brachte mir einen neuen Stapel Briefe. - Hij bracht mij een nieuwe stapel brieven. |
2) deel van de uitdrukking: ein Schiff läuft vom Stapel / wird vom Stapel gelassen (=ein Schiff wird ins Wasser gelassen) - een schip wordt te water gelaten
|
etw. vom Stapel lassen (=etw. Unpassendes sagen) - iets ongepast zeggen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Stapel | de boel (m) ; heleboel (znw.) ; de hoop (m) ; de opeenstapeling (v) ; de opstapeling (v) ; de stapel (m) |
Stapel | batch ; helling ; scheepshelling ; stapel ; stapellengte ; strengetje ; vacht |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Stapel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AnsammlungDE: BergDE: HaufenDE: MasseDE: MengeUitdrukkingen en gezegdes
DE: vom
Stapel laufen
NL: v. stapel lopenDE: vom
Stapel laufen lassen
NL: te water laten