Vertalingen Schimmer DE>NL
I der Schimmer
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈʃɪmɐ] |
Verbuigingen: | Schimmers |
1) schwaches Licht -
schijnsel im Schimmer der Sterne - in het schijnsel van de sterren |
2) der Glanz von glatten Flächen, wenn Licht auf sie fällt -
glans der sanfte Schimmer ihrer Augen - de zachte glans van haar ogen |
3) etw., das in Ansätzen erkennbar ist -
zweem In der Luft lag ein erster zarter Frühlingsschimmer. - In de lucht hing de eerste zweem van een zacht voorjaar. Hoffnungsschimmer - een zweem van hoop |
4) deel van de uitdrukking: keinen blassen Schimmer haben (=keine Ahnung haben) - geen flauw benul hebben
|
II schimmern
werkw.
1) deel van de uitdrukking: schijnen Das Mondlicht schimmerte durch die Bäume. - Het maanlicht schijnt door de bomen. |
2) deel van de uitdrukking: schijnen rötlich schimmerndes Haar - haar wat neigt naar rood Tränen schimmerten in ihren Augen. - Tranen glansde in haar ogen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Schimmer | vingerwenk (znw.) ; de schijn (m) ; het schijnen ; het schijnsel ; het schijntje ; de schittering (v) ; het snufje ; de sprankjes ; de straling (v) ; de tip (m) ; restjes (znw.) ; de vingerwijzing (v) ; het vleugje ; het waas ; weerschijn ; de wenk (m) ; de zweem (m) ; het zweempje ; zweempjes (znw.) ; licht verspreiden (znw.) ; de aanwijzing (v) ; de flakkering (v) ; de flikkering (v) ; de flinter (m) ; het floers ; het geflikker ; de glans (m) ; glanslaag (znw.) ; het glanzen ; het glimmen ; de glimp ; de glinstering ; de gloed (m) ; het greintje ; het klein beetje |
Schimmer | weerschijn ; zwak licht |
Bronnen: interglot; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `Schimmer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AhnungDE: AnflugDE: AnstrichDE: EinblickDE: EinsichtDE: ErkenntnisDE: FingerzeigDE: FinishDE: flimmernDE: funkelnUitdrukkingen en gezegdes
DE: keinen
Schimmer von etwas haben
NL: geen flauw idee van iets hebben