die Routine

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ruˈtiːnə]
Verbuigingen:	Routine

1) durch Erfahrung gewonnene Fähigkeit, etw. schnell und richtig zu machen - routine

Ihr fehlt noch die Routine. - Het ontbreekt haar aan routine.

2) immer gleicher Ablauf einer oft durchgeführten Tätigkeit - routine

Keine Angst, die Fragen sind reine Routine. - Geen angst, het zijn uitsluitend routine vragen.

© K Dictionaries Ltd.

die Routine	de ervaring (v) ; de koers (m) ; de praktijk ; de route ; de routine (v) ; de sleur (m)
Routine	programmadeel ; subprogramma

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




DE: Alltagstrott
DE: Ausfahrt
DE: Ausrichtung
DE: Direktion
DE: Eintönigkeit
DE: Erfahrung
DE: fachmännisches Können
DE: Fahrt
DE: Fertigkeit
DE: Fransenborte