Vertalingen repetieren DE>NL
repetieren (ww.) | bekwamen (ww.) ; coachen (ww.) ; harden (ww.) ; herhalen (ww.) ; oefenen (ww.) ; repeteren (ww.) ; trainen (ww.) |
das Repetieren | generale repetitie (znw.) ; herhaalde oefening (znw.) ; de herhaling (v) ; proefopvoering (znw.) ; het proefwerk ; de repetitie (v) ; de test (m) ; de toets (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `repetieren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ausbildenDE: bildenDE: einstudierenDE: entwickelnDE: ErprobungDE: exerzierenDE: GeneralprobeDE: heranbildenDE: KlassenarbeitDE: proben