1. MWB
  2. Vertalen
  3. polieren (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • polieren > EN • polieren > ES • polieren > FR
Vertalingen polieren DE>NL

polieren

werkw.
Uitspraak:  [poˈliːrən]

blank und glänzend reiben - poetsen , polijsten

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
polieren (ww.) wrijven (ww.) ; politoeren (ww.) ; polijsten (ww.) ; poetsen (ww.) ; opwrijven (ww.) ; oppoetsen (ww.) ; opblinken (ww.) ; gladwrijven (ww.) ; gladmaken (ww.) ; gelijkmaken (ww.) ; egaliseren (ww.) ; effenen (ww.)
Polieren zandsteenschuurwerk ; bruineren ; voorpolijsten ; slijpen ; schuren met zandsteen ; schuren ; polijsten ; poleren ; poetsen ; ontkorrelen ; glanzen ; gladmaken ; effenen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; A.M.T.S.


Voorbeeldzinnen met `polieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abscheuern
DE: abwischen
DE: aufpolieren
DE: aufputzen
DE: aufwaschen
DE: ausstreichen
DE: ebnen
DE: egalisieren
DE: feilen
DE: florieren