Vertalingen Pendeln DE>NL
pendeln
werkw.
1) sich hin und her bewegen -
slingeren , pendelen Der Kletterer pendelte hilflos am Seil. - De klimmer slingerde hulpeloos aan het touw. zwischen Hoffnung und Angst pendeln - tussen hoop en angst zweven |
2) regelmäßig eine längere Strecke zur Arbeit fahren -
pendelen zwischen Bonn und Berlin pendeln - tussen Bonn en Berlijn pendelen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
pendeln (ww.) | deinen (ww.) ; golven (ww.) ; heen en weer zwaaien (ww.) ; pendelen (ww.) ; schommelen (ww.) ; slingeren (ww.) ; wiebelen (ww.) ; wiegen (ww.) |
pendeln | forenzen ; opslingering ; oscilleren ; pendelen ; slingerbeweging ; slingeren ; slingering |
Bronnen: interglot; cibg.be; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Pendeln`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: baumelnDE: flatternDE: herumfliegenDE: hin und her wankenDE: schaukelnDE: schlackernDE: schlenkernDE: schleudernDE: schlingenDE: schlingern