Vertaal
Naar andere talen: • Trubel > ENTrubel > ESTrubel > FR
Vertalingen Trubel DE>NL

der Trubel

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈtruːbəl]
Verbuigingen:  Trubels

ein Durcheinander von vielen lebhaften, aktiven Menschen - drukte
Am Rosenmontag herrscht auf den Mainzer Straßen großer Trubel. - Op carnavalsmaandag heerst er in de straten van Mainz grote drukte.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Trubel kouwe drukte (znw.) ; het tumult ; het spektakel ; het rumoer ; het pandemonium ; de opschudding (v) ; de ophef (m) ; het leven ; het lawaai ; de beroering (v) ; het kabaal ; de herrie ; de heksenketel (m) ; de heibel (m) ; het geraas ; het gedruis ; de drukte (v)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `Trubel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Aufruhr
DE: Betrieb
DE: Betriebsamkeit
DE: Emsigkeit
DE: Geselligkeit
DE: Getue
DE: Gewirr
DE: Hektik
DE: Krach
DE: Lebendigkeit